Archief

2020 - e04 | Ooggetuigen van de oorlog: Annie Oranje-Vijfvinkel

Archief
2020 - e04 | Ooggetuigen van de oorlog: Annie Oranje-Vijfvinkel


Annie Oranje-Vijfvinkel

Dit jaar vieren we dat 75 jaar geleden Nederland bevrijd werd. Na vijf jaar kwam er een einde aan de Tweede Wereldoorlog. In dit achtste deel van de serie oorlogsverhalen, het verhaal van Annie Oranje-Vijfvinkel (88).

 Annie Oranje-Vijfvinkel werd in 1931 geboren in Maassluis. Hier groeide zij ook op, in een gezin van tien kinderen. 'In Maassluis heb ik op de lagere school gezeten. En in die tijd heb ik twee jaar lang een ander kind van mijn leeftijd op mijn rug gedragen. Ik was toen een jaar of 13. Zij heette Dina Bravenboer en had kinderverlamming. Ze had geen beugels en kon dus niet lopen. Ze woonde vlak bij mij in de buurt en ik zag haar altijd zitten en vond het zo zielig voor haar dat ze niet kon lopen. Pas na de oorlog is zij naar Engeland gegaan om daar beugels aan te laten meten.'

'In de hongerwinter in de oorlog, mochten mijn drie nichtjes naar familie van hen in Rockanje komen, omdat daar meer te eten was, want in Maassluis hadden we echt niks. Dat was bij de Houten Paardjes in de buurt en zij gingen daar lopend heen. Ik ben toen meegelopen, omdat ik ook vreselijke honger had. Maar eigenlijk was ik dus niet uitgenodigd daarvoor. Ik kwam toen terecht bij Ome Aart de Bruin, die een land- en tuinbouwzaak aan de Boomweg in Rockanje had. Die aaide me over mijn hoofd en zei 'Je mag een weekje blijven en dan zoek ik een ander adres voor je op'. Ik ben daarna nog een weekje thuis geweest en toen heeft de familie Langendoen aan de Ziekewei in Rockanje mij in huis opgenomen. Die hadden twee zoons van mijn leeftijd. Hier ben ik uiteindelijk heel de hongerwinter gebleven. In die tijd ben ik nog drie keer naar huis gelopen samen met mijn nichtjes om daar eten te brengen. Daar deden we echt uren over, zeker als we onderweg verdwaalden. We hadden al het eten onder onze wijde rokken gestopt, want als je de Duitsers tegen kwam bij de roeiboot van Rozenburg naar Maassluis, namen ze alles af. Maar ze fouilleerden ons gelukkig niet en we konden gewoon naar de overkant. Terug stond je echt in de rij, want iedereen ging naar Rozenburg om daar eten te halen. Voor die oversteek, kreeg ik dan een pakje shag mee voor de roeier. Uit de rij werd ik dan dankzij dat pakje shag naar voren gehaald en zo wist ik zeker dat ik ook terug kon. We hebben toen nog een keer echt in angst gezeten, want het werd al donker en om acht uur 's avonds moest je vanwege de avondklok binnen zijn. Mijn nichtjes en ik konden niet met dezelfde boot mee, want die was vol. Zij kwamen toen pas om tien uur 's avonds thuis, omdat hun bootje afgedreven was richting Rotterdam. Mijn tante heeft gegild toen, omdat ze dacht dat ze verdronken waren. Maar gelukkig was dat niet zo.'

'Toen ik nog in Maassluis woonde in de oorlog, heb ik twee keer een bombardement meegemaakt. En ineens was mijn moeder zoek. Mijn zus kwam mij uit school halen en ik was toen bij mijn opoe. Uiteindelijk vonden ze haar onder een naar beneden gevallen timmerbak bij een timmerbedrijf waar ze op dat moment aan het schoonmaken was. Ze werd toen naar de noodopvang gebracht en ze moest daar ook even blijven. Gelukkig was ze niet zwaargewond.'

'Na de oorlog ben ik vanuit Rockanje eerst weer teruggegaan naar Maassluis, want mijn ouders wilden graag dat ik ging doorleren. Toen Dina terugkwam uit Engeland, kwam ze vragen of ik meeging naar de modevakschool van de nonnen. Wij waren in die tijd de eerste Nederlands Hervormde kinderen die bij de katholieke nonnen op school mochten. Wij hebben daar samen vier jaar op school gezeten en iedere dag ging ik haar ophalen, omdat ze nog niet alleen kon lopen. Ik heb op die school alle opleidingen gedaan en ook gehaald. De school volgde ik halve dagen, in de middag. Ik moest namelijk ook nog halve dagen werken, omdat er ook geld binnen moest komen om met het hele gezin te kunnen eten. Zo ging dat vroeger, voor ons was dat heel normaal.'

'Later heb ik ome Aart de Bruin gebeld, omdat ik terug wilde. En hij had wel een adres in Oostvoorne waar ik kon komen werken. Dat heb ik toen gedaan tot ik hoorde dat ze iemand zochten bij het Agathahuis. Ik heb toen gesolliciteerd, want ik kon koken en hard werken en ik kon naaien. Ik ben toen aangenomen en werd daar een soort manusje van alles. Ik heb hier jaren gewerkt en had er ook een eigen kamer. Ik weet nog goed dat ik altijd om tien uur thuis moest zijn. Maar ik wilde 's avonds graag uit. Er was in die tijd ook altijd een 'bal na' tot een uur of twee, zoals dat toen heette. En ik was dan wel om tien uur thuis, maar klom vervolgens weer via het raam naar buiten. Om kwart over tien was Annie dan weer vertrokken tot twee uur 's nachts. Dat heb ik maanden gedaan tot het raam een keer dicht zat toen ik terug kwam. Vervolgens moest ik dus bij de directrice komen om het een en ander uit te leggen. Ik legde uit dat ik was wezen feesten, omdat ik dat nou eenmaal graag deed, maar ze vond mijn gedrag ongehoord en wilde een brief naar mijn ouders sturen. Maar dan had ik weer terug naar huis gemoeten en dat wilde ik niet. Ik had een vrij leven en wilde dat graag behouden. Toen ik beloofde dat ik het niet meer zou doen, heeft ze geen brief gestuurd. En ik ben braaf gebleven en heb het ook echt nooit meer gedaan. Later heb ik wel aan mijn ouders gevraagd of ik in de weekenden bij mijn tante en nichtje kon blijven slapen, want van hen mocht ik wel uit. En dat mocht, dus toen kon ik wel gaan stappen samen met mijn nichtje die van mijn leeftijd was. Achteraf was het best gevaarlijk wat ik deed, want in de tijd dat ik op het Agathahuis woonde, is er een meisje aangerand vlakbij Duinoord. En dat overkwam mij dus ook. Maar ondanks dat het pikdonker was, herkende ik de man, want het was iemand uit de buurt, en zei hem dat ook. Daarop liet hij me los en ging hij weg. Ik ben toen uiteindelijk huilend weer door het raam bij het Agathahuis naar binnen geklommen. Ik heb toen later wel aangifte gedaan, ondanks dat ik zelf ook strafbaar was.'

'Ik weet nog goed dat de bevrijding er was en dat er feest gevierd zou gaan worden. Dus ik naar Rockanje toe, maar daar was het hartstikke stil en ik begreep er niks van. En ineens werd er naar me gegild dat ik naar binnen moest komen, omdat er geschoten werd. En dat had ik wel gehoord, maar ik dacht dat het schoten waren vanwege de bevrijding. Maar toen bleek dat wat mannen de vlag opgehangen hadden in Rockanje en de Duitsers waren nog niet weg. Zij zochten die mannen, maar die zaten inmiddels ondergedoken in een bunker aan de Ziekewei. Waar ik op dat moment in de kelder zat, dat was bij Padmos, stonden ineens die Duitsers met geweren voor de deur. Ik schrok me toen echt te pletter. Wij moesten allemaal de kelder uit, omdat ze dus die mannen zochten. Ze hebben ze toen niet gevonden en vrouwen en kinderen deden ze gelukkig niks. Maar waarom er toen geschoten was, is ons nooit verteld. Achteraf beek dat het bevrijdingsfeest dus in Oostvoorne was en niet in Rockanje. Ik heb dat dus gemist en ben altijd jaloers geweest op al die anderen, waaronder mijn zusje, die het wel uitbundig gevierd hebben.'

'Mijn man Arie heb ik leren kennen toen hij een keer achter me fietste richting het Agathahuis en me aansprak. Hij vroeg me of hij mee mocht fietsen om me daarheen te brengen. Later bleek hij mijn tien jaar oudere zus Co goed te kennen van het dansen bij Van Marion. Mijn man was namelijk ook tien jaar ouder dan ik. Beiden zijn inmiddels gestorven. Met mijn man heb ik heel lang in Oostvoorne gewoond, waar we met het gezin echt een hele fijne tijd hebben gehad. Daarna zijn we naar een seniorenwoning in Rockanje verhuisd. Hij is toen nog een hele tijd ziek geweest, maar is uiteindelijk gelukkig wel weer genezen. We hebben daarna nog mooie jaren met elkaar gehad, waarna hij uiteindelijk op 90-jarige leeftijd is overleden.'

'Dit jaar wordt 75 jaar Vrijheid gevierd en dat brengt toch wel veel herinneringen naar boven. Ook als ik langs het huis kom waar ik toen in de kelder heb gezeten, kijk ik daar iedere keer weer naar. En dat gaat ook nooit meer weg geloof ik.'

 
Vlnr: Pietje van Assen, Dina Bravenboer en Annie Vijfvinkel

Overgenomen uit Weekblad Westvoorne.nl 28-05-2020

Pagina terug
E A F B G G C D