Rockanje in oorlogstijd

e. Gedenkteken Blindeweg

Oorlog
e. Gedenkteken Blindeweg

Jan en Hugo Hoogvliet werden in de nacht van 19 en 20 december 1944, van dinsdag op woensdag , samen met Jaapje Hoogvliet , opgepakt in hun woonhuis aan de Blindeweg 7 wegens het verbergen van de Engelse gunner A.P. Sinden. Na nog een nacht gezamelijk in een bunker te hebben doorgebracht, zijn in de middag van 21 december Jan en Hugo Hoogvliet gefusilleerd in de tuin bij hun woning aan de Blindeweg 7. 

De woning is daarna in brand gestoken. De fusillade moest worden bijgewoond door een tiental ingezetenen van Rockanje. De begrafenis vond 's-avonds in alle stilte en duisternis plaats, zonder familie of andere getuigen.

In de tuin van Blindeweg 7, op de plek van de fusillade is enige jaren na de oorlog een gedenkteken geplaatst ter herinnering aan deze gebeurtenis. Medio 2016 is dit gedenkteken verplaatst naar de berm van de Blindeweg.

Artikel in Brielse Courant, geschreven door Klaas Schipper:

Rockanje - Het bericht van het overlijden van Allen Sinden, de Engelse 2e luitenent die in de nacht van 24 op 25 maart 1944 per parachute in Rockanje landde, doet daar bij menigeen het oorlogsdrama weer herleven dat zijn komst tot gevolg had. Sindon overleed op 28 oktober 1997 in zijn geboorteland Engeland op 75jarige leeftijd.

Bij de 50-jarige herdenking van de bevrijding in 1995 legde hij nog bloemen bij het oorlogsmonument op de oude begraafplaats aan de Zeeweg in Rockanje en bij het herinneringssteentje aan de Blindeweg. Daar voltrok zich een afschuwelijk drama toen hij door de Duitsers gepakt werd. Het overlijden van Sindon is voor Rockanjenaar Cees Wind aanleiding de pijnlijke geschiedenis nog eens te vertellen.
De toen 22 jarige Allan Sindon belandde bij toeval in Rockanje nadat de viermotorige Halifax waarmee nij en zes anderen van het 78e squadron van de RAF een zogeheten bombrun naar berlijn hadden gemaakt door een Duitse nachtjager in brand werd geschoten. De zeven waren op 24 maart vanuit Yorkshire vertrokken en trachtten daar na de beschieting boven Berlijn ook weer heen terug te keren. Ze slaagden er aanvankelijk in de brand aan boord te blussen, maar door andere mankementen aan de Halifax tengevolge van de brand zagen ze zich boven Rockanje genoodzaakt het vliegtuig per parachute te verlaten. De Halifax stortte vervolgens neer aan de Hortweg in Tinte, alle zeven Engelsen kwamen per parachute ongedeerd aan de grond. Zes van hen werden door de Duitsers opgepakt, doch de 2e luitenant die in de staart zat en via het achterluikje sprong kon zich verborgen houden nadat hij rond half een 's-nachts in de boomgaard van de familie Beijer in de polder Oud-Rockanje landde.

Hij kroop aanvankelijk in de sloot en klampte 's-morgens de heer Beijer aan. Die bracht hem vervolgens naar Aart van Rij aan de Duinzoom die in een van de twee Rockanjese verzetgroepen zat. 'Je had die van Eef Langendoen en die van Aart van Rij', vertelt Wind. Van Rij bracht de jonge RAF-man kort daarna naar verschillende onderduikadressen. Hij ontmoette in het huis van Van Rij eerst nog wel de Canadese vliegenier Philip Phochailo die zich daar schuil hield. 
Wind daarover: 'Ik heb gehoord dat Van Rij zijn onderduikers altijd adviseerde de krant te gaan lezen zodra er iemand binnenkwam. Zo moeten Sindon en Phochailo beiden stilzwijgend achter hun krant gezeten hebben, toen Van Rij hen na enige tijd aan elkaar voorstelde'. Allen Sindon ging al gauw naar een onderduikadres aan de Zeeweg en enige tijd daarna maar de familie Hoogvliet aan de Blindeweg. Het gezin bestond uit vader Jan, geboren 23 juni 1877, dochter Jaapje op dat moment 31 en zoon Hugo 29 jaar oud. Sindon verbleef er een aantal maanden en hij werd bij toeval ontdekt in de nacht van 19 op 20 december toen de Duitsers de woning van de familie doorzochten. 'De jonge vliegenier zat op zolder waar ook het voedsel verborgen was. Op het moment dat de Duitsers daar met een bajonet door het plafond staken kwam er graan door de vloer en zo werd de in burger geklede Sindon ontdekt'. Wind meent nog steeds dat de Duitsers eigenlijk opzoek waren naar een andere Hoogvliet en abusievelijk in de woning aan de doodlopende Blindeweg belandden.

Allen en Jaapje werden, aan elkaar gebonden, naar hotel De Dreef gebracht. Vader Jan en Hugo werden eveneens opgepakt en na een kortstondig verblijf in de bunker via De Dreef waar de Orstskommandant zat op 21 december teruggevoerd naar de Blindeweg. Een aantal Rockanjese notabelen, onder wie de legendarische meester Jacob Langendoen, werd door de Duitsers gedwongen het laatste deel van de tocht mee te lopen en getuige te zijn van de aangrijpende fusillade van vader en zoon die zich voor de woning van de Hoogvlieten voltrok. Daarna werd het huis in brand gestoken. Oudere Rockanjenaren herinneren het zich allemaal nog precies en spreken er ook 53 jaar na dato nog vol emotie over.

Sindon werd, onwetend van het drama dat zich op zijn onderduikadres voltrok, die dag bij de Gestapo in Rotterdam afgeleverd. Daar dachten ze aanvankelijk dat hij een spion was en ook hem werd een terechtstelling in het vooruitzicht gesteld. Maar die ging niet door en hij kwam terecht in een kamp voor krijgsgevangenen. Hij ontmoette er ook de zes andere bemanningsleden van de Halifax die in de veronderstelling verkeerden dat hij dood was.

Na de oorlog bleef Rockanje Sindon trekken en pas toen hoorde hij wat er met de familie Hoogvliet gebeurd was. Dochter Jaapje was de enige overlevende en trouwde later met de plaatselijke gereformeerde predikant Haitsma. Sindon en zijn vrouw bezochten Rockanje aanvankelijk zonder zich bekend te maken, ze verbleven in het Badhotel. Allan was bang dat de Rockanjenaren hem zouden veroordelen voor de gevolgen van zijn komst in 1944, maar dat pakte heel anders uit. De familie van Rij hoorde via via dat hij in het Badhotel logeerde en er werd snel contact gelegd. In de jaren daarna waren de Sindons regelmatig in Rockanje. Bij de herdenking in 1995 zei Allen in een radiointerview dankbaar te zijn dat ook familieleden van de Hoogvliets hem nooit verwijten hadden gemaakt. Nu is Sindon zelf gestorven, 'De dochter en schoonzoon van Aart van Rij zijn naar zijn begrafenis geweest', meldt Wind, 'hij zal hier zeker niet vergeten worden'.

E A F B G G C D