Rockanje in oorlogstijd

g. Grafmonument Maria Rust

Oorlog
g. Grafmonument Maria Rust


Bericht in de Nieuwe Brielsche Courant van 10 december 1946 


Rockanje onthult monument voor gefusilleerde strijders 6 December 1944 – 6 December 1946.

De donkere dagen voor Kerstmis in 1944 drukten wel bijzonder zwaar op de bevolking van Rockanje. De Duitschers gingen te keer als woestelingen. Desniettemin smeulden in deze streek de haarden van verzet tegen den bezetter. De gemeente-secretaris W. de Waal vervalschte persoonsbewijzen en andere stukken. Joh. Groeneveld en C. Langendoen namen weer op andere wijze aan het verzet deel. Door verraad kwam hun verzetswerk aan het licht. Zij werden gearresteerd en opgesloten in een der lokalen van de H.B.S. te Brielle.

De Duitschers kenden geen pardon. Hier zouden voorbeelden worden gesteld. Op 6 Dec. werden zij met andere illegale werkers naar de duinen gevoerd, alwaar zij werden neergeschoten. De bevolking was geslagen en leefde sterk met de zoo zwaar beproefde families mede. Het verzet was echter niet gebroken. Het was vooral onder deze omstandigheden van de familie Hoogvliet wel buitengewoon moedig om aan een Engelschen piloot onderdak en gastvrijheid te verleenen. Ook dit alles werd ontdekt. De Duitschers waren buiten zich zelf van woede. Zij dachten met het gebeuren op 6 Dec. de inwoners van Rockanje te hebben murw gemaakt en nu ontdekten zij in eens dat de verzetsstrijd moedig en vastberaden werd voortgezet.

Zij dreven eenige inwoners, waaronder de loco-burgemeester, naar de boerderij van Hoogvliet. Voor de oogen van het bijeen gedreven publiek stak men de boerderij in brand en schoot men Jan Hoogvliet en zijn zoon Hugo Hoogvliet ter plaatse neer. Een dochter werd gearresteerd. Opnieuw was de verslagenheid groot. De illegale werkers zetten echter hun strijd voort.
 
Nauwelijks had het uur der vrijheid geslagen of de inwoners van Rockanje togen naar de begraafplaats om de in den vrijheidsstrijd gevallen mannen te gedenken en te eeren. Op dit oogenblik werd het initiatief genomen om een monument op te richten.

Onder leiding van den waarnemend burgemeester Th. Hoogkamer ging een commissie aan het werk. De burgerij gaf met milde hand en zoo werd het mogelijk dat aan den ingang van de algemeene begraafplaats een indrukwekkend monument werd opgericht.

Dit monument is Vrijdag 6 Dec. onthuld. Er was veel belangstelling. Wij zijn hier gekomen, aldus de heer Th. Hoogkamer, om een plicht te vervullen welke wij ons direct na de bevrijding hadden voorgenomen. Hij sprak tot de nabestaanden, gemeentebesturen en afgevaardigden der vereenigingen en wees er op dat op 6 Dec. 1944 geweerschoten een einde maakten aan het leven van goede Nederlanders. Zij gaven hun leven voor de vrijheid, die wij allen zoo vurig begeerden. Twee weken later werden Jan Hoogvliet en zijn zoon Hugo in eigen tuin doodgeschoten. Het zijn tijden geweest om nooit te vergeten. Eindelijk is de bevrijding gekomen. Voor hen aan wier graf  wij staan sloeg het uur van vrijheid te laat. De offers, die zij brachten voor onze vrijheid, zullen wij ons waardig moeten toonen. Wij zijn hen niet vergeten, aldus spreker.

Hierna onthulde men het monument en in de gedachten der aanwezigen appelleerden de dooden.

Na dit plechtig moment sprak Ds. Haitsma namens de familie. De bevrijding is niet zoo mooi als wij hadden gedacht maar het staat voor ons vast, dat deze menschen opnieuw zouden handelen zooals zij hebben gedaan. Zij hebben het offer gebracht. De familieleden hebben hun gemis gevoeld maar zij staan achter hun geliefde dooden omdat de strijd die zij voerden het offer waard was.

Niemand onzer zou den toestand van 2 jaar geleden terug willen hebben, hoe verschillend wij ook over de bevrijding mogen denken. De onderdrukker richtte zich tegen den God van den Bijbel. De strijd van de nazi’s ging tegen Jezus Christus. Zij begonnen bij de Joden en zouden met de kerk zijn geëindigd. Thans staan de kerkdeuren weer wijd open. De overledenen vervullen een opdracht. Zij streden voor de gemeente van Christus die door nazi’s werd bedreigd en brachten daarvoor hun offers. “Mogen wij allen dit beseffen”.

De gemeentesecretaris van Strijen de heer D. Wijkniet sprak namens de Zuid-Hollandsche vereeniging van gemeentesecratarissen o.a. het volgende:

Onze collega de Waal werd op ontstellende wijze uit ons midden weggerukt. Hij beschikte over een gedegen wetskennis. Een gedeelte van de eerste vergadering die de vereeniging na de bevrijding hield was gewijd aan het leven en werken van Willem de Waal. Hij ruste in vrede.

Namens de familie de Waal voerde de heer Hazelaar het woord die bedankte voor de betoonde belangstelling.

De heer van Wijngaarde sprak namens de Stichting 1940-1945: Wij mogen nooit vergeten wat zij voor onze bevrijding deden en hebben de plicht voor hun nabestaanden te zorgen!

Tenslotte sprak Ds. Zwaan namens de gereformeerde kerk te Tinte.

Het waren ontroerende momenten toen de een na den ander bloemen aan den voet van ’t monument legden en de innerlijke bewogenheid der aanwezigen zich vertolkte in het zingen van het Wilhelmus, waarmede de plechtigheid was geëindigd.


Pagina terug
E A F B G G C D